Gebruik gaskachel
Bij vertrek:
Temperatuurknop: altijd op 1 zetten. Hoogzomer zal de kachel uit staan.
Regelen warmte:
Temperatuurknop heeft stand 1 t/m 7 om warmte-afgifte te regelen.
Aansteken:
Uitzetten:
Is het te warm om de kachel op de laagste stand te laten branden dan kan deze worden uitgezet.
Temperatuurknop: altijd op 1 zetten. Hoogzomer zal de kachel uit staan.
Regelen warmte:
Temperatuurknop heeft stand 1 t/m 7 om warmte-afgifte te regelen.
Aansteken:
- Open de gaskraan, de gaskraan staat open als de draaiknop met het ‘puntje’ naar de muur wijst.
- Draai de temperatuurknop (= grote bedieningsknop) naar stand ‘sterretje’ en druk deze in. Er stroomt nu gas naar de waakvlambrander.
- Druk het kleine knopje (de ontstekings-knop) met het rode puntje een paar maal in. Er springt nu een vonk over naar de waakvlambrander. Als waakvlam brand (dit is echter erg moeilijk te zien, dus een kwestie van proberen) dan de grote bedieningsknop nog zeker 1 minuut ingedrukt houden.
- Vervolgens de temperatuurknop loslaten en opdraaien naar stand 6 / 7. Bij die stand zal duidelijk blijken of de kachel is aangegaan.Is deze aan dan kunt u de warmte regelen met de standen 1 t/m 7 temperatuurknop.
Uitzetten:
Is het te warm om de kachel op de laagste stand te laten branden dan kan deze worden uitgezet.
- Draai de temperatuurknop naar stand ‘rondje’
- Draai de gaskraan een kwart slag. Hiermee draai je de gaskraan dicht.